Wat een struisvogel niet doet en jij waarschijnlijk wel
Weg met dat ongemakkelijke gevoel
Struisvogels steken hun kop helemaal niet in het zand.
Dat hoorde ik van Aaf Brandt Corstius tijdens mijn wandelrondje vorige week. Het rondje dat ik bijna uitstelde vanwege de regen. Mijn jas bleek niet echt waterdicht, maar met de podcast in mijn oor was het toch een stuk beter te doen.
De struisvogel dus. Deze vogels steken hun lange nek niet ín de grond, maar wel omlaag om voedsel te zoeken. Want wat zij lekker vinden, bevindt zich nu eenmaal dicht bij de grond. Ook kruipt de struisvogel bij gevaar weleens in een kuil en legt hals en kop dan plat op het zand. Zo ziet haar belager haar hopelijk aan voor een graspol, waardoor zij en haar eieren veilig blijven.
Maar haar kop in het zand steken? Nee, dat niet. Ze zou wel gek zijn. Want dan wordt zij wel een hele makkelijke prooi voor hongerige roofdieren. En mochten die haar toch niet weten te vinden, dan zou ze wel sterven door verstikking. Dat doet ze dus niet. Het is geen domme gans.
Sommige, die naast hun werk een project trekken, zijn dat wel. ‘Nee hoor, tijd genoeg, dat project hoeft nog lang niet af te zijn, eerst even een andere klus doen’. Of ‘We hebben wat problemen en lopen behoorlijk achter, maar dat halen we wel weer in, voorbarig dus om daar nu al over te communiceren’.
Je bent lekker bezig en negeert het ongemakkelijke gevoel voor de mogelijk pijnlijke afloop van dit project. Lala lala la. Je weet dat het niet handig is en toch blijf je kiezen voor simpelere klussen als excuus om maar niet met (de problemen van) het project aan de slag te gaan.
Het kan ook anders. Hoe? Dat ga ik je vertellen in het webinar ‘aanpakken en doorpakken met je project’ dat ik op woensdag 15 december om 10 uur geef.
Dus als je, naast je drukke baan, verantwoordelijk bent voor een project en het loopt nog niet zoals je wilt, dan kun je je vast aanmelden via deze link https://lnkd.in/dGBWC6Ui. Is dat al weer gebeurd.
NB: De ogen van een struisvogel zijn zo goed, dat zij gevaar al op 3,5 kilometer afstand kan waarnemen. Dan rent zij, met snelheden van zo’n zeventig kilometer per uur, hard weg voor het aansnellende probleem. Laten we wel wezen voor de struisvogel is dat een goed idee, maar voor jou dan weer meestal niet. Maar dat is voor een volgende keer.