'Erfgoud' voor op het werk
Goud in handen
Van mijn moeder kreeg ik een gouden armband op de ochtend van mijn bruiloft. Zij kreeg de armband van haar moeder, toen zij met mijn vader trouwde. De armband draag ik graag; hij is prachtig en ik voel de dierbare familieband er als een soort bonus bij. Toch draag ik de armband zelden; de scharnieren zijn verouderd, waardoor ik bang ben hem kwijt te raken.
Jouw werkomgeving kent jouw kostbaarste sieraad niet, omdat je het zelden laat zien. Jouw talent blijft verborgen achter dienstbaarheid en bescheidenheid. Ze zitten vast niet op mijn mening te wachten, vertel je jezelf. Het zal wel niet kloppen wat ik denk of misschien worden ze boos. En dus houd je je stil en bent druk met de plannen van anderen. Terwijl je echt wel weet hoe het anders, lees beter kan.
Het lijkt tegenstrijdig met hoe jij het voelt, maar weet je, je hebt juist goud in handen. En als je dat goud niet gebruikt, zul je het misschien zelfs kwijt raken. Dan ga je verder op de automatische piloot en doet alleen nog maar het hoogstnoodzakelijke wat je moet doen.
Hoog tijd dat om die kostbare talenten te laten zien. Ze zijn net zo kostbaar als mijn armband én ze zijn voor je omgeving veel nuttiger dan zo’n – overigens prachtig – sieraad. Je weet allang dat je eigenlijk te bescheiden bent. Maar jouw talenten heb je, net als ik mijn armband, van je moeder en die weer van haar moeder… is dat niet genoeg reden om ze te laten schitteren?
Binnenkort toch eens langs de juwelier, om scharnieren en slotje te laten controleren, zodat ik de armband daarna vaker ga dragen.
Heb jij ook een sieraad dat speciaal voor je is?